De filosofie achter het verzamelbeleid van MoMu
Weinig mensen beseffen welke uitdagingen er precies komen kijken bij het verzamelbeleid van een museumcollectie. Een collectie is namelijk nooit statisch en evolueert constant. MoMu-conservator Wim Mertens heeft de - vaak uitdagende - taak om met schenkingen en nieuwe aankopen om te gaan. Hij moet daarbij oordelen over de waarde en relevantie van deze aanwinsten voor een collectie die door de jaren heen gestaag aangroeit. Het is zijn rol als conservator om kansen te grijpen en daarbij in te schatten welke relevantie elk object heeft in de collectie.
We vroegen Mertens op basis van welke criteria hij zijn keuzes maakt, hoe hij omgaat met het stijgend aantal potentiële schenkers en waarom het proces van verzamelen niet altijd scherp omlijnd is.
Wat was de focus van het museum de laatste tien jaar op het vlak van schenkingen en aanwinsten?
WIM MERTENS: "Vanaf 2011 lag de nadruk zo goed als volledig op de verwerving van designermode. Af en toe, als er interessante historische stukken opduiken, beslissen we of we ze zullen verwerven, indien ze ook relevant zijn voor onze hedendaagse collectie. Onze benadering is thematisch, dus enkel een klein aantal historische stukken past binnen dat perspectief."
Al van in het begin, hebben privépersonen schenkingen gedaan aan het museum, maar hun gedrag is in de loop der jaren veranderd. Kan je ons zeggen hoe?
WM: “Schenken was vroeger meer een kwestie van prestige. Mensen schonken iets zonder in ruil geld of financieel gewin te verwachten. Dat is vandaag veranderd. Meer en meer mensen komen hun stukken presenteren en verwachten er geld voor te krijgen. Ze zijn zich erg bewust van de waarde van designerkleren, en weten dat de vraag naar vintage stukken in de online shops sterk is gestegen.”
Is dat de schuld van Martin Margiela? De prijzen van zijn kleren zijn door de jaren almaar gestegen.
WM: (Lacht) "Niet alleen de creaties van Martin Margiela, maar ook het vroege werk van Raf Simons. Hij heeft ons zelf verteld hoe verbaasd hij is over hoe duur ze zijn. Dergelijke hoge prijzen zijn voor ons museum niet haalbaar. Elk jaar hebben we ongeveer hetzelfde budget voor aankopen en moeten we dus verstandige keuzes maken over het geld dat we uitgeven. Enkele jaren geleden was er de grote Margiela-verkoop in Parijs en daar konden we sommige stukken kopen, dus we volgen wel degelijk wat er op de markt gebeurt. Dat wil zeggen dat we allerlei online platforms – bijvoorbeeld Byronesque – in het oog houden om te zien of er iets interessant te vinden is.”
Wanneer weet je of een specifiek stuk beantwoordt aan de criteria voor de collectie?
WM: “Als we een silhouet willen vervolledigen bijvoorbeeld. Linda Loppa, onze vroegere directeur en curator, kocht vaak afzonderlijke stukken in plaats van volledige looks. Dus besteden we vrij veel tijd aan het zoeken naar ontbrekende elementen.”
Dat lijkt me een aangename bezigheid ...
WM: “Heel vaak vragen we de ontwerpers zelf of we de looks kunnen vervolledigen met stukken die te koop aangeboden worden of polsen we naar alternatieven voor looks die tijdens de shows op de catwalk te zien waren. Het is voor ons belangrijk om de ontwerpers te raadplegen en hun goedkeuring te krijgen.”
Waarom komen mensen volgens u naar het MoMu om hun kleren te schenken?
WM: “Ik veronderstel omdat het MoMu staat voor avant-garde mode en mensen beseffen dat hun stukken in goede omstandigheden zullen worden bewaard. Dat is geruststellend voor hen, omdat ze weten dat ze zelf de kleren niet altijd in optimale condities kunnen bijhouden.”
Hoeveel tijd spendeert u aan het afhandelen van schenkingen?
WM: “Dat neemt ongeveer een dag per week in beslag. En ik moet ook op verplaatsing om mensen te ontmoeten die stukken hebben die ze aan ons willen overdragen. Ik moet zeggen dat het altijd een beetje vreemd aanvoelt om iemand thuis te bezoeken en met het oog van een conservator door zijn garderobe te struinen. Mensen denken vaak dat wat ze tonen bijzonder waardevol is, en zelfs als de stukken minder interessant blijken dan verhoopt, dan nog hopen ze dat je hen daarover extra informatie geeft. Regelmatig moet ik mensen ontgoochelen als we niets van hen nemen. Diplomatie en tact zijn onmisbaar voor dit werk.”
Hoelang kan het duren voordat iemand afscheid neemt van zijn collectie om ze aan het museum te geven?
WM: “Dat kan heel lang duren. Voor bepaalde collecties duurt het soms jaren vooraleer de persoon afscheid kan nemen van zijn dierbare bezit. Je luistert naar de verhalen van mensen en bouwt een relatie op. Kleren hebben vaak een emotionele waarde, vaak is dat de reden waarom ze bepaalde stukken hebben bewaard, helaas wil dat nog niet zeggen dat ze voor ons waarde hebben op museaal vlak.”
Een collectie verandert voortdurend in de loop van de tijd. Hoe vaak moet je ze bijstellen?
WM: “Wel, er werd me altijd gezegd dat gebrek aan ruimte geen argument is om bepaalde stukken van de hand te doen, en daarmee ben ik het tot op zekere hoogte eens. Maar als bepaalde stukken meer dan 20 jaar niet meer werden geëxposeerd of geconsulteerd, is het misschien tijd om voor hen op zoek te gaan naar een andere plek. Ik wil ze niet zomaar van de hand doen of vernietigen. We willen ze dan aan andere musea geven om te verzekeren dat deze stukken in het publiek domein blijven.”
Wil dat zeggen dat elke keuze rationeel benaderd moet worden?
WM: “Inderdaad, maar anderzijds is er ook het instinct van de conservator. Elk stuk heeft een intrinsieke waarde en kan op een bepaald niveau interessant zijn, maar op een zeker moment moeten er keuzes worden gemaakt om de collectie relevant te houden. Ik heb het daar persoonlijk vaak moeilijk mee, maar het is absoluut een onderdeel van mijn job. Na verloop van tijd verliezen bepaalde objecten hun aantrekkingskracht, en we moeten erop toezien dat onze collectie een accuraat tijdsbeeld geeft en tegelijk ook onze visie als conservatoren weergeeft.”