Duurzaamheid in museumzalen
Ook voor musea staat duurzaamheid vandaag hoog op de agenda. Productiemanager Marie Vandecasteele deelt die bekommernis. Zij maakt - samen met de scenografen en curatoren - van de tentoonstellingsruimtes een bewustere plek.
"We kunnen vandaag niet langer doen alsof onze neus bloedt," stelt Marie Vandecasteele. Als productiemanager van de tentoonstellingen levert ze samen met de curatoren, scenografen en productiefirma’s inspanningen om te verduurzamen. "Zowel in onze persoonlijke levens als op de werkvloer moeten we duurzaamheid vooropstellen."
"Voor ik bij musea terechtkwam, werkte ik als theatertechnieker. Toen ik solliciteerde in de museale sector geloofde ik naïef genoeg dat de productie van een tentoonstelling duurzamer was dan die van een theatervoorstelling. Maar de opbouw van expo’s creëert enorm veel afval. Ook scenografen en curatoren zouden zich daarom moeten afvragen hoe een museum duurzaam kan opereren. Ik probeer kritisch te kijken naar de materiaalkeuzes, hoe een tentoonstelling wordt opgebouwd en welke beleving de curatoren en scenografen willen creëren."
"Die aanpak zorgt soms voor meningsverschillen. Want het is niet altijd even fijn om meteen kritisch te moeten nadenken over een vers ontwerpidee. Gelukkig heb ik de steun van mijn collega’s en gaan we de uitdagingen enthousiast aan. Ook de productiefirma’s waarmee we samenwerken staan ervoor open."
Optische illusies
Vandecasteele leerde dat je best zo vroeg mogelijk in het proces met een duurzame blik naar de zaken kijkt. "Je wilt scenografen natuurlijk niet beknotten in hun creativiteit. Maar als je wacht en alles aan de productiefirma overlaat, lukt het niet. Daarom onderzoeken we in het begin welke materialen we echt nodig hebben, waar we die vandaan kunnen halen en hoeveel individuele objectpresentaties we kunnen samenvoegen."
"Ook tijdens de opbouw blijf ik nadenken over hoe we de ecologische voetafdruk zo klein mogelijk kunnen houden. Die besparing schuilt meestal in kleine dingen die het publiek niet te zien krijgt. Zoals dunner hout of het gebruik van minder steunpunten waar dat kan. Door die optische illusies proberen we het materiaalgebruik te reduceren."
Lastige puzzels
"Bij de voorbereiding van een nieuwe expo vraag ik de scenografen ook om rekening te houden met het bestaande decor,’ vult Vandecasteele aan. ‘Hoewel het de puzzel er niet makkelijker op maakt en het veel energie vergt, kunnen we objecten vaak in hun geheel weer inzetten. Zo hebben we na de afbouw van ‘MIRROR MIRROR’ bijvoorbeeld sokkels met glazen stolpen opzijgezet om opnieuw te gebruiken in ‘Man Ray en mode’."
"Een ander voorbeeld zijn de drie wanden van ‘Ribbons’, de video-installatie van Ed Atkins aan het einde van ‘MIRROR MIRROR’. Die kregen een nieuw likje verf en vind je in de nieuwe tentoonstelling terug als podium, muur en scheidingswand."
Nieuwe levens
Vandecasteele zorgt er verder voor dat de objecten ook buiten de museummuren een nieuwe plaats krijgen. "Zodra het einde van de opbouw nadert, mail ik een aantal lokale ateliers. Ik nodig hen uit om naar de expo te komen en som zaken op die ze na de afbouw eventueel kunnen recupereren. Ze vormden bijvoorbeeld al sokkels uit een vorige tentoonstelling om tot bloembakken. Het is fijn om te volgen hoe ze met het materiaal omgaan en welke nieuwe levens ze eraan schenken."
"Tijdens de opbouw houden we het hergebruik steeds in ons achterhoofd. Zo proberen we te kiezen voor houtsoorten die interessant zijn voor de recuperatieateliers, en bouwen we alles zodanig op dat je het achteraf makkelijker uit elkaar kan halen. Ook de productiefirma’s die zich over de op- en afbouw ontfermen, denken na over recuperatie. Vaak maken ze de wanden op zo’n manier dat ze de binnenframes later ook voor andere projecten kunnen gebruiken. Maar recyclage is lang niet de enige oplossing. Want als iedereen recycleerbare zaken blijft produceren, raakt de markt ervoor ook verzadigd."
Leerrijke ideeën
"Duurzaamheid staat gelukkig niet alleen bij ons hoog op de agenda," vervolgt Vandecasteele. "Ook andere culturele instellingen werken rond de thematiek. Er bestaat zelfs een netwerkgroep rond duurzame tentoonstellingsbouw. We wisselen vaak ideeën uit. Lezen wat andere musea en organisaties doen, helpt me om bepaalde keuzes te maken. Er is geen handleiding voor duurzame scenografie. Het is dus vooral een leerproces: bij elke expo leren we wat wel en niet werkt zodat we bij de volgende tentoonstelling op andere en nieuwe manieren aandacht hebben voor de duurzaamheid ervan."