MoMu restaureert: Walter Van Beirendonck herfst/winter 1996-97 pruik
Een hedendaags object dat werd opgefrist, is een pruik van Walter Van Beirendonck. Het stuk uit de herfst/ winter 1996-97 Wonderland-collectie werd effectief gedragen op de catwalk, met veel gebruiksschade tot gevolg. Het kreeg model door het vacuümvormen van een dunne kunststofplaat met daarop verschillende lagen bruine verf. Aan de achterkant zit een printplaat met elektronische onderdelen zoals draden, lampjes, een antenne en batterij. Tijdens de show lichtten de lampjes echt op. Binnenin bracht de kunstenaar bruine tape aan, vier stukken polyurethaanschuim en het getal ‘19’ in zwarte stift.
De opening van de pruik is vrij nauw en er kwamen scheuren en breuken in de stijve kunststof. Ook de slechte hechting tussen verf en kunststof maakte het stuk kwetsbaar. De verf kwam los, er waren stukjes verdwenen en de beschadigde lagen werden intussen ook nog eens verstevigd met plakband. Zo konden we de pruik niet meer tentoonstellen en ze dreigde bovendien nog meer beschadigd te raken. De scheuren en verflagen moesten gestabiliseerd worden en een restauratie drong zich op.
Om het plan af te toetsen, moesten er eerst enkele testen gebeuren. Waarvan is het object gemaakt? Is de verflaag gevoelig voor water en/of oplosmiddelen? Welke materialen zijn geschikt voor de behandeling? Bij restauratie van moderne materialen is het namelijk belangrijk om te weten welke kunststof je voor je hebt. Textiel Onderzoekscentrum Centexbel identificeerde het met de ATR-FTIR- techniek als polystyreen. Je kan kunststoffen ook identificeren aan de hand van uiterlijke kenmerken, klank of geur. Het schuim aan de binnenzijde werd zo herkend als een polyurethaan, de printplaat aan de achterzijde is vermoedelijk van fenolformaldehyde. De coating rond de elektriciteitsdraden en antenne is van PVC, de kleinere onderdelen van polystyreen en polyethyleen. Zo zitten er in één object heel wat verschillende soorten kunststoffen. Sommige, zoals PUR en PVC, zijn gevoelig en kunnen snel degraderen.
Loszittend stof of vuil werd met een zachte kwast van geitenhaar verwijderd, vlekjes werden weggehaald met gedemineraliseerd water. De kromme lampjes en antenne werden voorzichtig teruggebogen. Onder de opstaande verflagen werd met een klein kwastje lijm aangebracht. Met een hetelucht pen en een siliconen borsteltje werd de kwetsbare verflaag vervolgens terug op haar plaats gelegd. De breuk langs de rand werd verlijmd en extra verstevigd met een stukje Japans papier aan de binnenzijde. Daarna werden lacunes in de verflaag opgevuld en geretoucheerd. Alle materialen – lijmen, vulmateriaal en retoucheerverf – zijn specifiek voor restauratie én omkeerbaar.
Zowel bij conservatie als restauratie is omkeerbaarheid en minimale interventie immers essentieel. Daarom werd het PUR-schuim aan de binnenkant niet weggehaald. Hoewel er al de eerste signalen van degradatie zijn (lichte plakkerigheid en verlies van veerkracht) is dit origineel materiaal dat aangebracht werd door de designer. De lijm van de tape aan de buitenkant was verouderd en lastig te verwijderen zonder de verf nog meer te beschadigen. Daarom besliste het team om een deel van het plakband te laten zitten. Je ziet een klein glansverschil met de rest van de verf maar zo werd er wel een groter stuk van de originele laag behouden. De restauratie was dus esthetisch (het weghalen van vlekken, tape en retoucheren van de verf) én structureel (stabiliseren van verflagen en breuken). De pruik kan weer probleemloos opgesteld worden en prijkt nu in de Collectiepresentatie.