MoMu Pattern-a-thon deelt mode-erfgoed met de wereld
Eind november vond de eerste pattern-a-thon plaats in de MoMu-bibliotheek. Het experiment kadert binnen de zoektocht naar een nieuwe manieren om het publiek meer bij erfgoed te betrekken en het breder te delen en maakt deel uit van de werking van het Dries Van Noten Study Center.
MoMu en EFHA - European Fashion Heritage - organiseerden de Pattern-a-thon in samenwerking met KU Leuven, Universiteit Antwerpen en Erasmus Universiteit Rotterdam, in het kader van het CitizenHeritage-project. Tijdens het event maken deelnemers patronen van stukken uit de studiecollectie om ze vervolgens op Wikimedia Commons te publiceren waar iedereen ze kan raadplegen en gebruiken.
Dieter Suls (MoMu): “Museumcollecties worden tegenwoordig almaar beter en professioneler beheerd maar zijn daardoor ook minder toegankelijk. MoMu heeft daarom, los van de collectie die zorgvuldig bewaard wordt in ons extern depot, een laagdrempelige studieverzameling opgebouwd. Die bestaat uit objecten die geen echte topstukken meer zijn, die bijvoorbeeld te beschadigd zijn voor tentoonstellingen of waarvan we meerdere exemplaren hebben. Ze dienen om kennis op te doen over hoe ze in elkaar zitten of aanvoelen. Dat directe contact is heel belangrijk. Ze vormen een unieke bron voor onderzoek en voor inspiratie”.
“De Pattern-a-thon is een nieuwe manier om de studiecollectie te laten werken voor iedereen. Het sluit aan bij het idee van co-creatie en user engagement: mensen gebruiken de collectie om er een patroon van te maken dat dan weer hergebruikt kan worden door andere mensen. Er bestaan veel boeken over patronen, of community’s errond. Nu willen wij als museum zelf een bijdrage leveren door onze verzameling ter beschikking te stellen. Dit is een eerste experiment binnen het bredere verhaal van citizen heritage. We bekijken of we het format ook elders kunnen opzetten en hoe we de output kunnen delen op eenzelfde manier. Zo krijg je een grote community waarbinnen de collecties van de wereld gecrowdsourced en gedeeld worden”.
De deelnemers vormen een mix van studenten en andere geïnteresseerden die al dan niet professioneel met mode bezig zijn. Natalie Ortega (Universiteit Antwerpen) begeleidt hen: “Het is belangrijk dat veel mensen die patronen overnemen omdat het museum zo een databank wil ontsluiten die voor iedereen toegankelijk is. Die kan dienen als inspiratiebron voor ontwerpers, tv- en theatermakers of mensen die iets voor zichzelf willen maken. Patronen zijn ook van belang bij het conserveren en restaureren. Wanneer je een stuk wil tentoonstellen, moet je weten hoe het in elkaar zit om de juiste mannequin op te stellen. Is een bepaald stuk in erg slechte staat, dan is het belangrijk om het ontbrekende patroondeel te kennen en te kunnen knippen, om het als doublering in het stuk te schuiven. In de nood om meer ecologisch te gaan leven, hebben bovendien steeds meer mensen interesse om zelf dingen te gaan maken. Patronen maken daar deel van uit. Ik hoop ook dat we meer en meer gaan beseffen dat kleding iets heel waardevols is dat je dat niet kan kopen voor tien euro. Er zit een heel productieproces achter”.
Frederik Truyen (KULeuven) benadrukt het belang van het digitaliseren om het creatieve hergebruik van dit soort erfgoed mogelijk te maken: “Burgers moeten gehoord worden in het bepalen van wat erfgoed is, in wat er geselecteerd wordt, hoe het bewaard wordt. Het voorbije decennium zagen we veel crowdsourcing, mensen werden aangemoedigd om zelf bij te dragen tot het erfgoed. Dat we deze kennis met velen kunnen toevoegen, is maar mogelijk dankzij digitale tools. De beste bescherming van erfgoed is wanneer nieuwe generaties het hergebruiken om nieuw erfgoed te maken en het zo nieuw leven in te blazen. Daarnaast is deze manier van digitaliseren ook belangrijk voor televisie- en filmmakers die het verleden zo realistisch mogelijk willen naspelen. Mode is daar een onvermijdelijk onderdeel van”.
Marco Rendina (EFHA): “Door het digitaliseren van erfgoed kunnen culturele instellingen het beter exploiteren. Niet zozeer economisch maar op sociaal, creatief en innovatief vlak. Met events als de Pattern-a-thon proberen we ook een niet gespecialiseerd publiek aan te trekken. We moedigen musea aan om hun collecties open te stellen op Wikimedia zodat iedereen ze kan (her)gebruiken. Wetenschap vanuit de burger is niet vrijblijvend, ze kan echt bijdragen aan onderzoek en kennis. Een studiecollectie zoals die van MoMu is nog niet zo gebruikelijk maar erg belangrijk. Hiermee kunnen we nu vrij te gebruiken output ontsluiten op Wikimedia. We hopen met dit soort events andere instellingen aan te moedigen om dergelijke collecties op te zetten die mensen kunnen bestuderen en aanraken. Vroeger betrof het ontsluiten van collecties vooral de afbeeldingen van erfgoed, om ze dan bijvoorbeeld op een T-shirt af te drukken. Dit soort initiatieven kan echter de creativiteit boosten en erfgoed nieuw leven inblazen door het na te maken en te dragen. Niet alleen het publiek maar ook de eigen collectie kan kracht putten uit dergelijke events”.
De output van de workshop wordt momenteel verwerkt. We bekijken momenteel hoe we de pattern-a-thon als werkvorm optimaal kunnen delen met iederen. De voorlopige resultaten kan je alvast bekijken op Wikimedia.