Yvonne Dekock & Walter Van Beirendonck: Talent herken je meteen
Yvonne Dekock en Walter Van Beirendonck hebben, zacht uitgedrukt, hun leven aan mode gewijd. Toen ze begin jaren tachtig afstudeerden aan de modeafdeling van de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten in Antwerpen, kon geen van beiden vermoeden welke sleutelrol er daar voor hen weggelegd zou zijn. Dit jaar komt er een einde aan dat hoofdstuk.
Wat blijkt: er valt evenveel voldoening en inspiratie te putten uit zowel het lesgeven over mode als uit het creatieve proces zelf. We zaten aan tafel met Walter van Beirendonck (sinds 2007 hoofd van de modeafdeling) en Yvonne Dekock (docente modegrafiek in de bachelor) om te praten over het overbrengen van een visie en waarden, talent spotten en de reden waarom modeonderwijs nooit gebukt zou mogen gaan onder het commerciële.
Welke herinneringen houden jullie over aan de manier van lesgeven tijdens jullie studententijd aan de Academie?
YVONNE DEKOCK: "Destijds was alles vrij traditioneel, het onderwijs was grotendeels gericht op hoe we ons hoorden te gedragen als individu. We mochten ons haar niet los dragen of onze handen in onze zakken steken tijdens de les. In zekere zin gingen we daar tegenin en vormden we een eigen groep."
WALTER VAN BEIRENDONCK: "Het was ergens ook leuk om docenten te hebben die zoveel belang hechtten aan elegantie en goede smaak, want zo hadden we iets om tegen op te komen en te ontmantelen. Mary Prijot was geobsedeerd door Chanel en het verbergen van bepaalde lichaamsdelen zoals knieën of ellebogen. Alles draaide om wat zij lelijk of ongepast vond en hoe dat te vermijden. Zonder die discipline hadden we de structuur niet gehad om onze eigen wereld te creëren."
Had Marthe Van Leemput een vergelijkbare smaak?
WVB: "Nee, Marthe was eerder een hippietype en we raakten uiteindelijk bevriend. Zij leerde ons een naald hanteren en met patronen werken."
YD: "Het was fijn om met haar te lunchen en door de jaren heen een vriendschap met haar op te bouwen."
Ik begon les te geven in 1985 en was ongeveer even oud als de studenten aan wie ik lesgaf. Dat was best wel vreemd. Ik had nooit gedacht dat ik er 25 jaar zou blijven.
Het klinkt alsof het onderwijs zelf formeler was, maar je wel relaties kon ontwikkelen met je docenten nadat je was afgestudeerd.
YD: "Zeker en vast."
Verschilden hun waarden compleet met de waarden die jullie zelf uitdragen?
WVB: "De manier van lesgeven zelf is vrij vergelijkbaar qua onderzoeksproces en qua aanpak om een collectie van nul af aan te ontwikkelen. Natuurlijk zijn de technologie en de instrumenten die de studenten vandaag ter beschikking hebben helemaal anders, maar de kernwaarden en benadering van dat creatieve proces zijn nog steeds intact."
YD: "Dat klopt. We raakten met veel passie en idealisme betrokken in de modewereld. De samenleving was aan het veranderen en wij maakten deel uit van die verandering."
WVB: "Je mag niet vergeten dat de klassen toen veel kleiner waren en dat mode meer lokaal was. Als ontwerpers hadden we het gevoel dat we België moesten verlaten om onze weg te vinden en succesvol te worden."
Werd modeonderwijs ernstig genomen toen?
YD: "Wel, mode zelf in elk geval niet."
WVB: "Maar onderwijs wel denk ik. Hoewel de afdeling vrij nieuw was - ze bestond een tiental jaar toen wij er begonnen studeren - hadden Marthe en Mary duidelijk sterke ambities voor de Belgische mode, en ze beschouwden mode als even relevant en belangrijk als schilderen of beeldhouwen."
YD: "Dat was fantastisch van Marthe, want ze schatte mode hoog in, en mensen merkten dat."
Hier nemen mensen mode wel ernstig, en ik heb het gevoel dat Belgen met trots Belgische ontwerpers steunen. Tegelijk lijkt het niveau van het modeonderwijs in België vrij hoog te liggen.
WVB: "Ik zou inderdaad zeggen dat het niveau hoog is in vergelijking met andere landen."
YD: "En het is gestegen in de loop van de jaren. Het enthousiasme en de energie die wij toen hadden, zijn er nog steeds."
Hoe zagen jullie je rol als docent toen jullie begonnen met lesgeven aan de Academie, en wat was het eerste dat jullie tot uitdrukking wilden brengen?
YD: "Vrijheid, bovenal. Ik voelde me vaak verstikt als studente, en ik wilde niet dat mijn studenten dat zouden ervaren. Dus gaf ik hun het vertrouwen om in zichzelf te geloven en hun persoonlijkheid te laten gelden. Het belangrijkste is dat ze uiteindelijk zichzelf vinden."
WVB: "Ik begon les te geven in 1985 en was ongeveer even oud als de studenten aan wie ik lesgaf. Dat was best wel vreemd. Ik had nooit gedacht dat ik er 25 jaar zou blijven."
YD: "Dat geldt ook voor mij."
Hadden jullie vanaf dag één de smaak te pakken?
WVB: "Ja hoor. En ik besefte ook dat ik in het hoofd van de studenten kon doordringen en hen een duwtje kon geven in de richting van hun doel."
YD: "Ja, het gaat erom iemand te empoweren via het lesgeven en je volop in te leven."
Weten jullie talent meteen te herkennen?
YD: "Oh ja. Ik kan het zelfs niet uitleggen, het is dat tikkeltje meer ..."
WVB: "Persoonlijkheid speelt heel erg mee en dat voel je vrij sterk aan. Er zijn veel studenten die specifieke vaardigheden ontwikkelen, maar er zijn er maar enkele voor wie het iets natuurlijks lijkt. Je ziet hen geleidelijk aan groeien en meestal blijven ze je achteraf bij."
Dus jullie empoweren studenten en geven hen de nodige kennis. Maar hoe gaan jullie om met hun ego, en wat denken jullie ervan?
WVB: "We werken eigenlijk niet met ego's en proberen ze te vermijden. Ego is iets gevaarlijks en kan je groei belemmeren."
YD: "Ego neemt ook een deel van de creativiteit en nieuwsgierigheid weg. Ik vind dat ego persoonlijke groei in de weg staat, vooral als het te dominant is."
WVB: "Je wilt niet dat studenten lui of zelfgenoegzaam worden. Dat betekent niet dat je geen waardering mag tonen, maar dat gebeurt best met mate."
Wat verwachten studenten volgens jullie momenteel van modescholen?
WVB: "Studenten weten alles tegenwoordig. Wij waren bij wijze van spreken nog maagd in vergelijking met hen."
Definieer "alles"?
YD: "Wel, ze hebben internet (lacht). Ik bedoel, onze studenten worden zo overspoeld door beelden tegenwoordig dat ze die niet meer echt zien of voelen."
Ik geloof dat een referentie pas waarde heeft als je ze jezelf eigen maakt. Misschien is dat het probleem voor hen.
WVB: "Dat is enkel de oppervlakte, we stimuleren hen om exacte referenties en bronnen te citeren telkens ze een specifiek beeld willen gebruiken."
Wat vertellen jullie hen over sociale media?
WVB: "Het is de gemakkelijke weg, maar we proberen hen ook warm te maken voor boeken en bibliotheekbezoeken."
Hoe heeft de pandemie jullie lesactiviteiten beïnvloed?
WVB: "Het was de voorbije twee jaar niet eenvoudig om de connectie met studenten te behouden."
YD: "De studenten raakten het familiegevoel kwijt, en dat maakt het moeilijker voor hen. Het beïnvloedt hun creativiteit ook. Ik denk dat ze er minder lef door gaan tonen."
WVB: "Sommigen speelden wat op veilig. Tegelijkertijd is onze wereld niet bepaald geruststellend."
Het modelandschap is de laatste tien jaar sterk gecommercialiseerd. Moet het onderwijs meer rekening houden met het commerciële aspect?
YD: "Volgens mij denken studenten daar alleen aan tijdens hun master."
WVB: "Ons doel is om de creativiteit ten top te drijven en de industriële aspecten van de hedendaagse mode links te laten liggen. Enkele jaren geleden kregen we daar kritiek om, maar creativiteit is het enige dat telt voor ons."
Zijn studenten goed voorbereid als ze afstuderen aan de Academie?
YD: "Ze moeten veel leren, maar ze weten hun mannetje te staan."
WVB: "Ze kunnen voor zichzelf opkomen en overleven in die wereld. Vanaf het eerste jaar zijn ze het gewend om met onbekenden te praten en hun werk te verdedigen. Ze moeten dingen kunnen uitleggen, maar ook zichzelf kunnen verantwoorden."