Museumdirecteurs gaan in dialoog
MoMu slaat de handen in elkaar met het Gentse Museum Dr. Guislain voor de nieuwe dubbeltentoonstelling 'MIRROR MIRROR – Mode & de psyche'. Wanneer twee musea samen werken aan een tentoonstelling dan leren ze van elkaar, spiegelen ze zich aan elkaar en die reflectie is nooit 1 op 1, ze vervormt en voegt met elke nieuwe blik een laag toe. Een gesprek met directeur Kaat Debo (MoMu) en Bart Marius (Museum Dr. Guislain).
Waar en wanneer ontstond het idee om jullie beide huizen te laten samenwerken over het thema mode en de psyche? Hoe ontstond de vonk en hoe sloeg ze vervolgens over?
KAAT DEBO: “Het idee leefde al lang om samen te werken rond dit thema, er zijn immers veel raakvlakken en het idee van psychisch welzijn is natuurlijk al langer bijzonder actueel, ook in de mode. We hadden in het recente verleden verschillende ontwerpers die deze problematiek aankaartten. Er ligt een grote mentale druk op creatieve mensen, zij zijn bij uitstek vaak fragiele en kwetsbare mensen die dan in dit zeer rigide systeem van de mode terechtkomen. Dat heeft geleid tot persoonlijke drama’s, denken we aan Alexander McQueen of aan John Galliano, maar ook bij mensen die achter de schermen werken zijn er die problemen. Daarnaast zijn er andere prangende vragen die raken aan ons mentaal welzijn, namelijk de beelden die wij hanteren over ons lichaam, de idealen die in de mode worden gehanteerd en geconstrueerd en hoe we daar mee omgaan.”
BART MARIUS: “We hadden inderdaad al een tijdje dit idee. Er zijn heel wat zogenaamde outsider kunstenaars die bezig zijn met vragen over hun persoonlijke identiteit en de veruitwendiging daarvan. Maar initieel kwam de vraag toch van MoMu. Daarnaast wilden we na de hele Covid-periode ook naar de mensen komen met iets dat hen op dit moment echt bezighoudt: psychisch welzijn en hoe we vragen daaromtrent kunnen uiten.”
KD: “We experimenteren met MoMu al lang met samenwerkingen met andere instellingen. Mode staat in het midden van de maatschappij en dat willen we tonen, dat kan niet als je je beperkt tot het kledingstuk, de artistieke creatie alleen. We willen ook stilstaan bij de impact die creaties hebben, wetende dat de opsplitsing tussen verschillende disciplines waarin wij in de museumwereld werken sowieso een artificiële opsplitsing is, die bovendien nog eens ondersteund wordt door rigide decreten die overstappen niet gemakkelijk maken. Er is wel een kentering merkbaar. Ik werk nu 20 jaar in het ModeMuseum, en ik merk wel dat andere musea veel meer open staan voor samenwerkingen, dat voelen we bijvoorbeeld aan de bruikleenaanvragen.”
BM: “Die noodzakelijke open blik naar buiten heeft ook bij ons museum alles te maken met het thema van ons museum. Ook het Museum Dr. Guislain wil niet vertrekken vanuit een geïsoleerd gegeven. De psyche is een persoonlijke aangelegenheid maar heeft evengoed maatschappelijke vertakkingen. De timing is zoals altijd ook belangrijk: psychische kwetsbaarheid komt in veel disciplines naar voren, het onder druk staan is vandaag zeer aanwezig, overal. Samenwerken zit ook in het DNA van ons museum, we zijn altijd multidisciplinair. We willen en moeten voortdurend de oversteek maken.”
De rol van onze respectievelijke curatoren is erg belangrijk, we leren van elkaar en alles gebeurde eigenlijk erg organisch. De twee tentoonstellingen werden twee complementaire verhalen.
Hoe werkt zo een samenwerking? Gaat elk museum zijn eigen weg? Is er autonomie? Hoe worden de rollen verdeeld?
KD: “De rol van onze respectievelijke curatoren is erg belangrijk, we leren van elkaar en alles gebeurde eigenlijk erg organisch. De twee tentoonstellingen werden twee complementaire verhalen.”
BM: “We vertrekken niet zozeer vanuit onze eigen collectiestukken, we werken voornamelijk met bruiklenen. Ik heb ook de indruk dat de twee curatoren inhaken op het DNA van onze twee musea dat verschillend is en waardoor het verhaal ook ergens los van elkaar wordt gemaakt. Zo krijg je twee totaal verschillende expo’s, niet zomaar een dubbeltentoonstelling. Een plus een is geen twee maar iets anders. Je krijgt vragen als: hoe verhoudt de wereld van outsider kunst zich ten aanzien van de kunsten in het algemeen? Die vraag wordt nu via iets heel zichtbaars, de mode, duidelijk gesteld.”
Men bestudeert zogenaamde outsider kunst telkens vanuit de invalshoek van kunst of psychiatrie, zelden vanuit een andere hoek. In 'MIRROR MIRROR' gebeurt dat nu via de invalshoek van mode. Welke inzichten levert dat op?
BM: “Dat is precies wat ik bedoel: we worden verplicht het onderwerp via een andere blik te belichten. We zijn gewend ons de vraag te stellen, is dit een kunstwerk? Nu wordt het werk uitdrukkelijk in relatie tot de persoon zelf getoond zodat het psychische en de identiteitsvraag veel duidelijker naar voren komen. Dat zorgt ervoor dat het belang van de zogenaamde outsider kunst duidelijker naar voren komt en nieuwe betekenissen duidelijk worden.”
KD: “Hokjes werken altijd artificieel en rigide, daar durven uitbreken, is belangrijk. Ook MoMu heeft daarin een hele weg afgelegd. Je loopt altijd het risico ten dienste van te staan, geïnstrumentaliseerd te worden of te instrumentaliseren, er zijn machtsverhoudingen, … Je wil toch relevant blijven, geen decoratie zijn. Opdelingen zijn artificieel, uiteindelijk zijn kunst of mode stuk voor stuk creatieve uitdrukkingsvormen die mensen gewoon inwisselen, ze rollen van het ene in het andere. We willen hiermee experimenteren. Dat deden we eerder al met podiumkunsten, bijvoorbeeld tijdens onze openingstentoonstelling. Dat zorgt voor de dynamiek die we willen, al zijn er dikwijls zware logistieke inspanningen bij te leveren.”
BM: “Met Danser Brut probeerden wij ook het performatieve binnen te brengen in ons museum, we brachten onder meer De Nieuwe Helden, Eric De Volder en andere theatermakers.”
KD: “Ook binnen de podiumkunsten zie je de neiging om uit het eigen karkas te breken, is er de zoektocht naar andere performatieve plekken.”
BM: “Het instrumentaliseren of het illustreren van een bepaalde thematiek, waarover je het net had Kaat, daar worstelen wij al lang mee. We houden er ook van hiermee te worstelen. De vragen die wij stellen vertrekken steeds vanuit die wetenschappelijke blik doordat we werken vanuit onze specifieke instelling. Als je bij ons iets toont, instrumentaliseer je het meteen, gegarandeerd. Door dialoog te brengen kan je ontsnappen aan dat mechanisme, je brengt beweging binnen. Door samen te werken krijg je beweging.”
MIRROR MIRROR - Mode & de psyche
'MIRROR MIRROR – Mode & de psyche' loopt van 8 oktober 2022 tot en met 26 februari 2023 in MoMu en in Museum Dr. Guislain in Gent. Meer info en tickets vind je hier