Vernieuwing in het MoMu depot: Efficiënt en duurzaam conserveren
Meer dan 35.000 objecten van MoMu worden bewaard in een extern depot van 1.300 m². Hierdoor heeft het museum extra ruimte voor innovatie om de collectie optimaal te bewaren, uiteraard met oog voor duurzaamheid. Omdat er te weinig plaats was in het museum zelf, verhuisde 70% van de omvangrijke textiel- en designercollectie naar de buitenrand van Antwerpen. Het bibliotheekarchief en de delicatere kunststofcollecties bleven wel op hun vertrouwde stek. MoMu kan op deze manier objecten beter monitoren. Textielconservator Kim Verkens licht enkele nieuwe ontwikkelingen toe.
Voor het optimaliseren van de bewaring in het depot kijken we onder meer naar hoe andere musea hier mee omgaan. Voor het bewaren van schoenen deden we bijvoorbeeld inspiratie op bij het New Yorkse Metropolitan Museum of Art. We zijn ook steeds op zoek naar duurzamere oplossingen waardoor we minder afval creëren en economischer kunnen bewaren.
Suïcidale kammen
KIM VERKENS: “De kunststoffen blijven inderdaad binnen het museum zelf, waar we ze bewaren per kunststoftype. Momenteel worden ze geïdentificeerd en ondergebracht in een van de vijf probleemgroepen (cellulose acetaat, cellulose nitraat, polyvinylchloride, polyurethaan en natuurrubber). Kunststoffen vragen andere klimaateisen dan de textielcollectie: een drogere relatieve vochtigheid tussen de 40 en 50% en een lagere temperatuur, tussen de 16 en 18°C. We delen het depot op in twee zones, een deel voor algemene kunststoffen en een kleinere ruimte voor het bewaren van cellulose nitraat en cellulose acetaat. Daaronder vallen bijvoorbeeld historische haarkammen uit het einde van de 19de en het begin van de 20ste eeuw.
De kammen geven zelf voortdurend schadelijke zuren af, die de degradatie versnellen van het object zelf en een gevaar zijn voor de objecten in de nabije omgeving. Die aparte zone wordt nog droger – met een relatieve vochtigheid tussen de 20 en 30% en een luchtverversing per etmaal. Zo garanderen we een zo optimaal mogelijke bewaring die het degradatieproces vertraagt en de levensduur verlengt. In het externe depot voerden we daarnaast ook een viertal veranderingen door voor het conserveren van objecten.”
Schoenen in schuiven
KV: “Vroeger bewaarden we alle schoenen in zuurvrije dozen. De vorm van de schoen werd uitgesneden in een plastazoteplaat – een licht, zacht verend polyethyleenschuim – van pakweg een centimeter dik. We merkten echter dat de schoenen toch nog omvielen en te weinig ondersteuning hadden. Sinds kort worden ze op een zuurvrij honingraat karton vastgezet en ondersteund met veel kleinere stukken plastazote aan de tip van de schoen en de hak, grotere hakken worden ondersteund met een dikker stuk plastazote op een stuk zuurvrij karton. In plaats van een volledige plaat plastazote, stappen we over op een klein plaatje waardoor we ineens het materiaalgebruik optimaliseren en economischer gaan werken. Tegelijk krijgen de schoenen veel meer steun waardoor ze niet meer omvallen.
Daarnaast stoppen we ze niet meer in zuurvrije dozen maar in lades. Zo kunnen we verschillende paren achter elkaar plaatsen. Dat maakt het meteen overzichtelijker: trek je een schuif open, dan zie je ze allemaal staan en kan je het object dat je nodig hebt er makkelijk uithalen. Deze manier van bewaren heeft dus drie voordelen: de schoenen staan stabieler, je kan ze beter monitoren want je hoeft geen dozen meer te openen en er wordt minder materiaal gebruikt, wat beter is voor het milieu.
De schoenen zelf worden bovendien niet meer vastgepakt. Hoe minder een object wordt aangeraakt, hoe beter, zeker als het in slechte staat is. Stel dat er een paar in bruikleen gaat, dan nemen we het gewoon op bij het plaatje, verpakken het in een doos en het is klaar om te vertrekken. We zouden de schuiven in de toekomst trouwens ook willen gebruiken voor andere objecten.”
Transparantie op de rol
KV: “Bij het textiel dat we op rollen bewaren hebben we gezocht naar een alternatief materiaal voor de buitenste laag. We moesten de objecten te vaak afrollen om te bekijken wat er precies onder de verpakking zat. In plaats van Tyvek – een dun kunststoftextiel uit polyethyleen - gebruiken we nu het transparante melinex, een polyethyleen folie. Je ziet nu in een oogopslag welk textiel er op de rol zit, met als voordeel opnieuw minder manipulatie. De rollen hangen in het depot ook mooi overzichtelijk tegen een schilderijwand. Het probleem speelde al langer maar pas sinds we dit nieuwe depot hebben, zijn we echt gaan zoeken naar en gaan investeren in meer functionele en duurzame stockeermethodes. Efficiëntie is daarbij erg belangrijk: we hebben een grote collectie en niet zoveel personeel. Die nieuwe methodes versnellen ons werk.”
Kostuumdozen op maat
KV: “Er zijn een aantal kostuums in onze collectie die langer zijn dan het standaard formaat van een zuurvrije doos. In het verleden losten we dat op door zelf een grotere doos te knutselen uit twee kleinere exemplaren. Die dozen bleven echter amper tien jaar zuurvrij waardoor we er elke tien jaar nieuwe moesten aankopen en opnieuw in elkaar steken. Dat veroorzaakte veel afval en arbeid. Daarom laten we ze nu op maat maken in een veel duurzamer materiaal dat levenslang zuurvrij zou blijven. Deze dozen zijn natuurlijk ook veel steviger dan onze zelfgemaakte constructies. De bedoeling is dat we alle kostuums overhevelen naar deze nieuwe dozen, zo kunnen we ze optimaal bewaren: ze liggen perfect, in een doos op maat.
Daarnaast willen we aan de binnenzijde opnieuw meer katoen gaan gebruiken in plaats van zuurvrij papier. Als het papier niet tijdig vervangen wordt, vergeelt het, wat een weerslag kan hebben op de objecten. Daarnaast is het regelmatig vervangen van het papier erg arbeidsintensief en brengt het veel afval met zich mee. Andere kostuums hangen nu op onder Tyvek hoezen, op termijn willen we daar ook voor bepaalde materialen terug naar katoenen exemplaren. Een synthetisch materiaal als Tyvek kan nefast zijn voor bepaalde kunststoffen (bijvoorbeeld PVC).”