Mode & zelf-isolatie: make-up artist Inge Grognard
Het woord ‘Thuis’ heeft sinds de uitbraak van het Coronavirus een extra betekenis gekregen. Het staat voor een veilig bastion en voor solidariteit. Maar het beperkte sociale leven en de quarantaine in eigen huis zorgen ook voor angst, onzekerheid en nostalgie. Tegelijk met hoop op een andere toekomst met een maatschappij in transitie.
MoMu sprak met verschillende mensen over hoe ze met deze crisis omgaan. Is hun leven en werk door mekaar geschud? Speelt kleding nog wel een rol als het openbare leven stilvalt? Welke dagelijkse rituelen zorgen voor houvast? En heeft kleding misschien ook een emotionele impact op ons welzijn?
De Belgische make-up artist Inge Grognard werkte met ontwerpers als Martin Margiela, Dries Van Noten, A.F.Vandevorst en Walter Van Beirendonck. Ze maakte ook naam bij internationale modehuizen waaronder Balenciaga, Vetements en Rick Owens.
De eerste veertien dagen van de quarantaine hield ik me bezig met informatie verzamelen over de crisis. Ik was nerveus, en zag mijn projecten één voor één verdwijnen.
Het is ontzettend belangrijk dat er snel een vaccin gevonden wordt. Mensen zoals ik, die in een team werken, zullen nog een hele tijd niet aan de slag kunnen. Dat is beangstigend. Ik mis het werken in een team. Als make-up artist zit je met je neus op die van iemand anders. Mijn canvas is een levend iemand.
Ik heb intussen virtueel meegewerkt aan editorials en campagnes. De modellen krijgen instructies over hoe ze hun haar en make-up kunnen doen. Op lange termijn is dat geen oplossing. Het tactiele ontbreekt. Ik ben mezelf wel aan het voorbereiden op een nieuwe manier van werken. Ik vond goeie mondmaskers in Korea, en heb ook ontsmettingsmiddelen klaarstaan. Het vervelende is dat ik een latex allergie heb. Maar ook met andere handschoenen in vinyl of nitrin, blijft het lastig werken. Je ontbreekt de voeling van vingers op huid.
Wat ik absoluut niet mis is de ratrace. Het ritme van de laatste jaren werd slopend. Fysiek en mentaal. Ik reisde quasi onafgebroken, vooral tussen Parijs en New York. Voor verschillende projecten en de modeweken. Ik ben altijd een nachtmens geweest, maar dat hield ik niet meer vol. Nu lukt dat wel. Ik leef opnieuw op mijn natuurlijke ritme en ga rond twee à drie uur slapen, en sta laat op.
Het blijft belangrijk om me elke dag ‘klaar te maken’. In het begin wogen de dagen zwaarder, maar ik houd me altijd aan hetzelfde ritueel om mijn dag te starten. Ik neem een bad, verzorg mijn huid op een routineuze manier, en kleed me aan alsof ik uit ga werken. Een T-shirt, een hoodie, zwarte broek en sneakers. Mocht ik volledige dagen in mijn jogging rondlopen, dan deed ik niks meer. Voorlopig gaat al mijn energie naar mijn huis. Daarna plan ik om mijn make-up spullen te ordenen. Dat is een berg werk die ik altijd voor me uit schoof. Het gaat me nieuwe energie geven, dat voel ik. Er was voordien weinig tijd voor eigen, vrij werk, de volgende maanden misschien weer wel.
De crisis is ellendig, maar het is ook een nieuwe uitdaging. We worden allemaal meegesleept in iets wat we nog nooit meemaakten. We hebben geen controle meer, dat maakt onzeker. Misschien wordt de modewereld verplicht om na te denken over de overvloed die ze produceert en de veelheid aan collecties. Misschien gaan ze focussen op design en kwaliteit. Ik heb hoop.