5 weetjes over modieuze ochtend- en huiskleding in Frankrijk tijdens de 18de eeuw
Wie het zich in de 18de eeuw kon veroorloven en over de nodige vrije tijd beschikte, koos tijdens het eerste deel van de dag voor ochtendkledij. Die kon verschillen naargelang het tijdstip of de activiteit, maar had altijd een informeel karakter. Hetzelfde gold voor huiskleding, die in strikte zin enkel binnenskamers werd gedragen, maar in bepaalde vorm en in sommige milieus en periodes ook buitenshuis opdook. Ontdek vijf weetjes over modieuze ochtend- en huiskleding in Frankrijk, 18de eeuw
1. Vrouwen in negligé worden vastgelegd in gravures
Aan het einde van de 17de eeuw is deshabillé in het Westen ingeburgerd als term voor informele kleding. In de laatste decennia van de 17de eeuw tonen Franse gravures dames uit de hoge aristocratie in deshabillé, gaande van informele japonnen voor buitenshuis tot de zogenaamde deshabillé negligé die in de intieme sfeer thuishoort.
Prenten met afbeeldingen van dames in negligé zijn in die tijd allesbehalve vanzelfsprekend. Des te opmerkelijker is het dat dames uit de hoge Franse aristocratie zich in negligé laten afbeelden. Zich in negligé laten portretteren is een statement. Het onderlijnt de status van de geportretteerde en daagt tegelijk het establishment uit. Gekleed gaan in negligé, vaak samengaand met het maken van het toilet, was immers het voorrecht van de leisure class.
2. De deshabillé negligé is heel comfortabel om te dragen
De deshabillé negligé uit de late 17de eeuw neemt verschillende gedaantes aan, maar heeft als gemeenschappelijk kenmerk het draagcomfort. Omdat er onder de loszittende bovenkleding helemaal geen keurslijf zit of slechts eentje met een minimaal aantal baleinen, schenkt een dergelijk negligé een grote bewegingsvrijheid.
Een voorbeeld vinden we in een prent met het portret van de hertogin van Bouillon uit 1695: een los geregen keurs met eronder een hemd en rok, een open wijde lange kamerjas, met als accessoires een kanten hoofdtooi en een paar muiltjes. De losse keurs en kamerjas garandeerden een grote bewegingsvrijheid en dus meer comfort. Dat bleef een typische eigenschap van de negligé.
3. Sommige vormen van de deshabillé negligé krijgen een formeler karakter
De lange kamerjas van de late 17de eeuw toont verwantschap met twee andere vormen van de deshabillé negligé, namelijk de mantua en de sakjapon. In het eerste kwart van de 18de eeuw krijgen beide een formeler karakter en groeien ze uit tot respectievelijk de robe à l’anglaise en robe à la française. De wijde sakjapon met voor- en achteraan losse plooien van aan de schouderlijn tot aan de zoom is halfopen tot op de heupen, of zelfs volledig open waarbij de rok zichtbaar was. Aangezien deze japon oorspronkelijk niet aansluit in de taille, is hij uitermate geschikt als comfortabele ochtend- of huisjapon.
4. De combinatie van jakken met een rok wordt enorm populair in de 18de eeuw
In de 18de eeuw worden aparte jakken in combinatie met een rok met verschillend dessin bijzonder populair in alle kringen in heel Europa. Materiaal en modieuze afwerking verschillen naargelang het milieu. Vanaf omstreeks 1770 geldt de combinatie van rok en jak als modieus. Het jak kan zowel aanpassend of ruim zijn. In Frankrijk kreeg het aanpassende jak de benaming caraco of pierrot.
In die tijd wordt de caraco in modieuze kringen niet langer uitsluitend gezien als huiskleding. Het jak wordt gedragen voor een ochtendwandeling, wanneer het nog te vroeg is om zich te ‘kleden’. Het wordt dus nog steeds beschouwd als deshabillé.
Terwijl de status van jak en rok in modebewuste kringen in de tweede helft van de 18de eeuw veranderde van deshabillé négligé voor binnenshuis naar deshabillé du matin voor buitenshuis, blijven andere kledingstukken strikt voorbehouden voor de intieme sfeer. Dat geldt voor de peignoir, een los gewaad dat zijn oorsprong heeft in de kammantel en nauw verbonden is met het ochtendtoilet. Aangezien dit toilet in modieuze en rijke milieus vaak een sociale functie heeft waarbij gasten worden ontvangen, is het kledingstuk modegevoelig.
5. Populariteit van bedrukte stoffen leidde tot verzet
De veelkleurige sitsen, met de hand bedrukte en beschilderde katoenen stoffen uit India kennen einde 17de en vroege 18de eeuw zo’n groot succes dat de lokale zijde-, wol- en linnenwevers in het verzet komen. Onder meer in Frankrijk leidt dit tot een officieel verbod op de invoer en het gebruik ervan.
Toen na 1750 het beleid voor bedrukt katoen in Frankrijk versoepelt, spelen handel en nijverheid hierop in met een lokale productie en worden bedrukte katoenen en linnen weefsels alsmaar populairder voor de modieuze jak-rok combinaties. Het bedrukte katoen uit die periode is doorgaans wasecht en in een tijd waarin lichaamshygiëne steeds belangrijker wordt, is dit een niet te verwaarlozen eigenschap. Behalve het wasvriendelijke karakter trekken ook de gunstige prijs en modegevoeligheid van bedrukt katoen de tijdgenoten over de streep.
DEZE TEKST IS GEBASSEERD OP FRAGMENTEN “Comfortabel Thuis. Modieuze ochtend- & huiskleding, Frankrijk, 18de eeuw”, GESCHREVEN DOOR Wim Mertens, GEPUBLICEERD IN “een leven in mode vrouwenkleding 1750–1950 Uit de collectie Jacoba de Jonge”.