De geschiedenis van het MoMu-gebouw
Inspiratie gebeiteld in steen: het MoMu-gebouw door de jaren heen
MoMu nu en een kleine vooruitblik
MoMu nu en een kleine vooruitblik
De architectuur van het museum zoals je het vandaag kent, stamt uit de vroege jaren 2000, toen Gentse architecte met naam en faam, Marie-José Van Hee, het gebouw - en daarmee ook de publieke ruimte van de stad - een volledig nieuwe dynamiek gaf na een radicale verbouwing.
Die infrastructuur wordt nu geoptimaliseerd door B-Architecten, met veel respect voor de oorspronkelijke signatuur van hun voorganger. Goed om weten: de ruimtelijkheid van de bekende MoMu-inkomhal, het atrium en haar massieve sculpturale houten trap zullen dus behouden blijven. Wel komt er ongeveer 800 m² extra publieke kijk-ruimte bij, waaronder een grote multi-aanpasbare ruimte én een tentoonstellingsruimte voor de vaste collectie die zal focussen op de Belgische mode. Hierdoor kunnen er op piekmomenten op zo'n 2.000m² drie verschillende modeverhalen gebracht worden.
Creativiteit en inspiratie leven in elke hoek van het gebouw: de befaamde Modeafdeling van de Antwerpse Koninklijke Academie voor Schone Kunsten en non-profitorganisatie Flanders DC verhuizen ook naar een tijdelijke nieuwe locatie tot en met het einde van de renovatie. Die andere publiekstrekker in het gebouw, Copyright Bookshop, blijft onveranderd geopend. De succesvolle expo ‘Olivier Theyskens – She walks in beauty’ was meteen ook de laatste in het gebouw zelf voor de deuren sloten.
Creativiteit en inspiratie leven in elke hoek van het gebouw: de befaamde Modeafdeling van de Antwerpse Koninklijke Academie voor Schone Kunsten en non-profitorganisatie Flanders DC verhuizen ook naar een tijdelijke nieuwe locatie tot en met het einde van de renovatie. Die andere publiekstrekker in het gebouw, Copyright Bookshop, blijft onveranderd geopend. De succesvolle expo ‘Olivier Theyskens – She walks in beauty’ was meteen ook de laatste in het gebouw zelf voor de deuren sloten.
2002
Op 21 september, één jaar na het Antwerpse Modejaar 2001, opende het (toen) nieuwe MoMu. Een groot festival en gala brachten een internationaal publiek bijeen terwijl op de patio van het MoMu een sprekend en regaal retrospectief defilé plaatsvond met werk van oud-student van de Academie, Patrick Van Ommeslaeghe. De Antwerpse Modeafdeling verhuisde al tijdens de zomervakantie naar het nieuwe gebouw om er het academiejaar 2002-2003 glansrijk te kunnen starten.
2001 – Mei 2001
Op de ochtend van 17 mei 2001 werd Antwerpen wakker met zicht op een fluorescerende gele gevel van ModeNatie. Dit was het hoogtepunt van het mode-evenement ‘MODE 2001 LANDED GELAND’, georganiseerd onder het wakende creatieve oog van Belgisch mode-icoon Walter Van Beirendonck. In de daarop volgende vier maanden doken er gekleurde velden en bloemenperken op in de hele stad, om het evenement in de verf te zetten. B-architecten werden belast met het perfect integreren van deze felle vlakken in het stedelijke landschap. In december opende Copyright Bookshop als eerste zijn deuren in het nieuwe gebouw.
1997 - 2000
Eind 1997 werd het gebouw door stad Antwerpen toegewezen aan het Flanders Fashion Institute. Daardoor kreeg het concept van FFI, het stichten van een nieuw internationaal modecentrum, uiteindelijk vorm. Vanaf 1998 werd het gebouw regelmatig gebruikt als kader.
voor evenementen en tentoonstellingen georganiseerd door het FFI, zoals Vitrine, Mode Voor Van Dyck (tijdens het Antwerpse Van Dyck-jaar 1999), etc.
In 1999 werd de Gentse architecte Marie-José Van Hee gevraagd om de renovatiewerken van ModeNatie op zich te nemen. Tijdens het Vitrine-evenement in 2000 werden er grote doeken met ontwerpen van verschillende Antwerpse ontwerpers opgehangen. Ook in 2000 werd de begane grond van het gebouw gebruikt door de studenten van de modeafdeling van de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten om hun afstudeerontwerpen voor te stellen. In Augustus 2000 werd het officiële startschot gegeven voor de renovatie van ModeNatie.
1965 – 1990
In het midden van de jaren zestig verkocht EBES (het voormalige ‘De Schelde’) het gebouw aan de stad Antwerpen. De werkplaatsen en de kantoren van de Beschutte Werkplaats, een sociaal instituut opgericht door stad Antwerpen, verhuisden naar het gebouw.
1919-1960
De herenmodezaak ‘New England’ werd volledig overgenomen door de kantoren van de vereniging van de oorlogsinvaliden en een wisselkantoor. Ook de gas- en elektriciteitsmaatschappij, Compagnie de l’Eléctricité de l’Escaut (De Schelde) huurde er lokalen. Het gebouw huisde haar administratieve diensten en de showroom voor elektrische hulpstukken. De Antwerpse bevolking noemde het gebouw toen ‘Den Ellentrik’. In 1950 verhuisden ook de kantoren van radiodistributie bedrijf IMEA naar het gebouw.
1908-1910
Gedurende deze periode vestigden de Compagnie Générale Coöpérative Charbonnière en 28 andere bedrijven zich rond en boven de ‘New England’ modezaak. In 1910 werden de gebouwen uiteindelijk vergroot. Wegens gebrek aan klanten werden de kamers van het ‘Hotel Central’ in 1908 verbouwd, zodat deze konden dienen als kantoren voor de Compagnie Générale Coöpérative Charbonnière, een onderneming die handelde in steenkool, cement en briketten.
1894 – 1908
De winkelier Pierre Einmahl verplaatste zijn modezaak van de Meir naar het nieuwe gebouw in de Nationalestraat. Op de begane grond opende hij zijn winkel met de naam ‘New England’, waar hij prêt-à-porter kleding voor heren en kinderen verkocht. Een zekere A. Bardelli opende in het gebouw een luxehotel, het ‘Hotel Central’.
1893
Alphonse Van de Put kocht van Hubert Pierquin het stuk land dat vrijgekomen was door de verbreding van de Boeksteeg. Hij wilde er een groot gebouwencomplex maken om te verhuren. De plannen werden getekend door de architect Ernest Dieltiens, die ook verantwoordelijk was voor de bouw van de Sint-Norbertuskerk in Antwerpen. Dieltiens was niet alleen architect, maar gaf ook les aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten in Antwerpen.
1876 – 1884
Op 31 oktober gaf het Antwerpse stadsbestuur de opdracht aan de Parijse aannemer Hubert Pierquin om drastische sloopwerkzaamheden te starten in de Boeksteeg. Dit resulteerde in een op Parijs geïnspireerde boulevard van ongeveer 15 meter breed en 700 m lang, die zich uitstrekte van de Ijzerenwaag tot aan de Groenplaats. Zo was de Nationalestraat geboren. De bedoeling van deze straat was om de Groenplaats te verbinden met een geheel nieuwe wijk in het zuidelijke gedeelte van de stad. Het Zuid moest een op Parijs geïnspireerde wijk worden met brede straten en herenhuizen. Het enige dat in 1884 overbleef van het kleine plein de Ijzerenwaag was het standbeeld van de Belgische dichter Theodoor Van Rijswijck.
19de Eeuw
In de 19de eeuw heette de Nationalestraat nog Boeksteeg en de Drukkerijstraat kende men als de Voddenstraat. De Boeksteeg, één van de langste straten van Antwerpen, liep vanaf de Ijzerenwaag tot aan de Kronenburgstraat, waarachter zich een net van lanen en steegjes bevond. Er is enkel één taverne (in de huidige Nationalestraat) dat de vorige straatnaam draagt en ons doet herinneren aan die vervlogen dagen.