Mode & zelf-isolatie: kuntenares en model Kristina De Coninck
Kunstenares en model Kristina De Coninck werkte voor ontwerpers als Martin Margiela, Dries Van Noten, Walter Van Beirendonck en Jean Paul Gaultier. Recent was ze ook model voor Marine Serre, Lemaire en Zara. Ze woont in het groen in Bois-le-Roi, op een half uur van Parijs.
Mijn modellenwerk en projecten zijn door de crisis uitgesteld. Ook mijn vast werk is even stilgelegd. De toestand is zorgwekkend, maar voor mij voelt die onzekerheid niet helemaal onbekend aan.
De enige zekerheid is dat ik elke ochtend om vijf uur een prachtig concert krijg van een zanglijster in onze tuin. Hij is weergaloos. We wonen in een klein huisje, maar hebben een grote tuin. Ik ben al heel mijn leven bezig om schoonheid te scheppen rond mij. Ik tuinier.
Als je er niets van kent, maak je fouten. Je plant iets, en later merk je dat de plant op die plaats niet gedijt. Ik heb veel verpot en verplant de laatste jaren, maar nu lijken ze allemaal tevreden. Een tuin en tijd, dat is een interessante combinatie. Ik heb mijn jeans-salopette weer bovengehaald als lockdown-tuinoutfit.
Als ik niet tuinier, zit ik in mijn atelier achter de grote lindenboom. Ik maak mijn nieuwe sculpturen met ijzerdraad, en werk daarrond met massa’s wol die uit de wasmachine komt. Het voelt als werken met grote stukken klei. Ik trek en duw en kneed tot het goed zit.
Mijn sculpturen gaan over ordenen; de grondstoffen zijn mijn herinneringen aan bepaalde gebeurtenissen, en kleding is daar nauw mee verbonden. De wol en kasjmier die ik rond de ijzerdraad bevestig, komen van kledingstukken die ik zelf jarenlang droeg. Centraal in mijn werk staat het gevoeld van een ‘buste’, aangekleed of niet.
De laatste die ik maakte is helemaal zwart. Mijn werk moet emotie uitstralen, het moet lijken alsof de sculpturen op iemand wachten. Met digitale communicatie is zoveel mogelijk, maar het is slechts een schemering van de realiteit. Eigenlijk moet je mijn werk voelen, in het echt bekijken, hopelijk in een echte tentoonstelling, na de crisis.
Wat je draagt, beïnvloedt je humeur. Ik draag veel jeansjassen en broeken in quarantaine. Ik word gelukkig van de juiste kleur van mijn T-shirt. Vaak wit of roest. Als die perfect past bij het blauw van mijn jeans ben ik gelukkig. Mijn moeder had een hele verzameling zijden sjaaltjes van de vlooienmarkt. Daar zat een vintage zakdoekje van Coca-Cola tussen. Het zit elke dag in mijn achterzak. Een soort juweeltje, een beschermdoekje.
Ik heb nog mooie kleren van Martin Margiela. Ik zou graag nieuwe foto’s maken als ik die draag, aan de rand van het bos met de blauwe hyacinten. We zullen nog even moeten wachten, want het bos is nu afgesloten door de politie.
Dankzij mijn dochter Nina en mijn man Tatsuya hebben we een mooie structuur in onze dagen gekregen. Zonder hen zou ik blijven doorwerken en vergeten te eten. We koken om de beurt, en hebben nieuwe rituelen ontdekt. Een Belgisch pintje om de avond in te luiden, en elke dag een bananentaart in de pan. Die moet je proberen. Google maar eens: ‘Le fameux gâteau avec 1 oeuf qui al atteint des millions de vues’