Ontmoet SOFT? kunstenaar: Anton Cotteleer
Anton Cotteleer transformeert menselijke en dierlijke vormen tot bevreemdende sculpturen. Recent voltooide Cotteleer het onderzoeksproject ‘The Skin of Sculpture’ aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten in Antwerpen.
Jouw beelden herken je meteen aan een zachte, pluizige huid. Het maakt ze tastbaarder dan ‘klassieke beelden’ en daarom ook menselijker. Hoe kwam je tot dit proces?
Huiselijkheid is al langer een belangrijk gegeven binnen mijn werk. Vroeger kreeg dit de vorm van getransformeerde objecten uit interieurs, vandaag combineer ik dat vaak met een vervormde figuratie. De stoffige ‘huiden’, zoals tapis-plain en gordijnen, die deel uitmaakten van vroegere werken probeer ik op deze nieuwe figuratie toe te passen. Via verschillende experimenten ben ik op mijn huidige flock-techniek uitgekomen (een techniek waarbij minuscule deeltjes stof, vaak elektrostatisch geladen, aangebracht worden op een andere materie). Het werk ‘Don’t play with the poodle’ is het eerste werk waarbij ik een zachtere huid gebruikt heb. Naast de stofachtige geflockte huiden werk ik ook regelmatig met andere zachtere materialen zoals siliconen.
Your sculptures are immediately recognizable because of their soft, fluffy skin. It makes them more tangible than ‘classical sculptures’ and therefore somewhat more human. How did you come up with this process?
Domestic settings have always been an important source of inspiration in my work. In the past, this resulted in transformed objects from interiors, today I often combine this with a distorted figuration. I try to apply dusty ‘skins’ such as fitted carpet and curtains that were part of earlier works to this new figuration. Through various experiments I ended up with the flock technique that I currently use (a technique to apply miniscule particles of fabric on a different surface by electrically charging them). The work ‘Don’t play with the poodle’ is the first work I gave a soft skin. In addition to these flocked skins, I also regularly work with other soft materials such as silicones.
Welke rol speelt textiel in je werk?
Textiel speelt de laatste negen jaar een grote rol. Het textiel dat ik verwerk in objecten en sokkels haal ik meestal uit mijn eigen voorraad die ik verzamelde bij familieleden. Als ik een specifieke stof in gedachten heb uit mijn herinnering, ga ik ernaar op zoek via het internet of in een tweedehandszaak. Nieuwe stoffen interesseren me minder.
Je belangrijkste inspiratiebron zijn Vlaamse woonkamers met alle objecten, tapijten, textiel en decoratie die er de sfeer zetten. Waar komt deze fascinatie vandaan?
Mijn liefde voor de typisch Vlaamse huiskamer komt waarschijnlijk uit mijn kindertijd. Als kind komen kleuren, geuren en vormen gewoon harder binnen. Ik werk nu vaak met materialen en interieurs die ik als kind moest mijden vanwege astmaproblemen. Ik probeer altijd met contrasten te werken. Daarom contrasteer ik mijn eerder erotische figuratie vaak met elementen uit ‘kneuterige’ interieurs.
Hoe ontdek je de interieurs waarop je je werk baseert?
Vroeger kon ik aan de slag met de woningen van familieleden, maar nu die er niet meer zijn, moet ik op stap. Ik volg mijn gevoel en spreek onbekenden aan van wie ik een vermoeden heb dat hun interieur voor mij interessant kan zijn. Dat is soms erg ongemakkelijk, maar dat is part of the game. Deze acties maken ook deel uit van een onderzoeksproject ‘De ongemakkelijke omgeving’ aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten Antwerpen. Ik fotografeer mijn sculpturen daarna in de interieurs waarop ze deels gebaseerd zijn. Deze belevenis en confrontatie zijn voor mij zeer intens en waardevol.
Je beelden presenteer je nooit op klassieke sokkels maar liever op meubelstukken met lichte pootjes?
De presentatie op meubelstukken of gemanipuleerde sokkels brengt het werk dichter bij de toeschouwer. Een zware sokkel in de klassieke beeldhouwkunst suggereert dat je met een verheven kunstwerk te maken hebt en dat gevoel probeer ik te beperken.
SOFT? Tactiele Dialogen van 28.09.2018 - 24.02.2019 op locatie in het Maurice Verbaet Center