Martin Margiela
Het werk van Martin Margiela vormt, met zijn vele verwijzingen naar de geschiedenis van mode en kleermakerij, een belangrijk onderdeel van de MoMu-collectie. In 2008 wijdde het museum een expo aan het twintigjarige bestaan van Maison Martin Margiela, gevolgd door Margiela, de Hermès Jaren in 2017.
Martin Margiela studeert in 1980 af aan de modeafdeling van de Academie voor Schone Kunsten in Antwerpen. Van 1984 tot 1987 is hij assistent van de Franse modeontwerper Jean Paul Gaultier. In 1988 richt hij, samen met Jenny Meirens, Maison Martin Margiela op in Parijs. Zijn unieke benadering stelt het systeem waarop mode gefundeerd is, en meer bepaald de vluchtigheid die ermee gepaard gaat, in vraag. Zijn collecties conceptualiseren het begrip tijd door de recyclage van allerlei materialen zoals plastic, porselein en vintage kledingstukken, maar ook door het productieproces en de duur ervan zichtbaar te maken. Van 1997 tot 2003 ontwerpt Martin Margiela ook de vrouwencollecties van het Franse modehuis Hermès. Vanuit zijn respect voor vakmanschap en ambacht ontwikkelt hij voor het luxemerk een traag evoluerende garderobe waarin comfort en kwaliteit centraal staan. In 2009 verlaat Martin Margiela het Maison, dat voortaan onder leiding van het creatieve team verder werkt tot John Galliano in 2014 wordt aangesteld als creatief directeur.
GEDECONSTRUEERDE KLEERMAKERIJ
DRAPAGE
In de lente-zomer collectie van 1996 vormt de Stockman buste de basis voor ieder silhouet. Zo zet hij bijvoorbeeld een bustier in zwarte mousseline vast op een zwarte en witte elastische band. Margiela leerde couture drapagetechnieken van Hieron Pessers, voormalig studio manager van Hubert de Givenchy en leraar drapage aan de modeafdeling van de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten in Antwerpen.
Maison Martin Margiela maakt sporen van het productieproces van kleding opzettelijk zichtbaar, zoals naden, voeringen, wit overlockgaren en schoudervullingen. Vaak gaat het om traditionele kleermakersingrepen die erop gericht zijn het individuele lichaam zo veel mogelijk te conformeren aan de standaardvorm van de paspop. Deze klassieke kleermakersbuste in ruw linnen vormt in 1997-98 zelfs het vertrekpunt voor twee collecties waarin jasjes een replica vormen van die buste.
HET ARCHETYPE HERUITGEVONDEN
Maison Martin Margiela herinterpreteert archetypische kledingstukken uit de westerse garderobe, zoals de trenchcoat, de smoking en het witte hemd met een minutieuze expertise. Via de ‘Replica’-lijn die vintage kledingstukken reproduceert en de ‘Artisanale collectie’ die bestaat uit unieke en tijdrovende stukken, brengt het Maison een ode aan vakmanschap uit het verleden. De gestandaardiseerde lichaamsvorm waarop mode gebaseerd is, fascineert de ontwerper evenzeer. Verschillende collecties bevatten oversized kleding of spelen met disproportie.
KENMERKENDE SCHOUDERS
Herfst-winter 2007-08, lederen cape met schoudervullingen, hangslotketting bekleed met jersey en laarzen bekleed met voile
Herfst-winter 2008-09, zwarte jas met conische schouderlijn en losse, opgevulde opstaande kraag
Het Margiela-silhouet onderging opvallende veranderingen doorheen de jaren. Eind jaren 1980 innoveerde het Maison met de ‘cigarette’-schoudervulling, hoog op de schouder. Daardoor valt de eigenlijke schouder van de drager onder de geprononceerde schouderinzet. Begin 2000 zouden de schouders verbreden en vervolgens afgerond en verhoogd worden. Vanaf de lente-zomercollectie 2007 nemen ze extreme proporties aan met een conische climax in de herfst-wintercollectie van 2008-09.
TROMPE L’OEIL IN GRIJSWAARDEN
TOTAALCONCEPT
Ook in de interieurs van zijn kantoor en winkels creëert hij optische illusies door de veelvuldige integratie van zwart-witfoto’s van achttiende-eeuwse interieurelementen.
Margiela maakt veelvuldig gebruik van trompe-l’oeilmotieven in zijn collecties. In de lente-zomercollectie van 1996 bedrukt hij eenvoudige jurken in vloeiende stoffen met foto’s van andere kledingstukken.
INCOGNITO
Ondanks zijn onmiskenbare stempel maakt Margiela zichzelf vanaf het begin van zijn carrière onzichtbaar. Interviews worden beantwoord in naam van het Maison en foto’s van de ontwerper zijn zeldzaam. Maison Martin Margiela trekt de incognito aanpak radicaal door in de presentatie van de collecties. De modellen worden geanonimiseerd door voiles, make-up of pruiken die het gezicht deels of volledig bedekken. In lookbooks bedekt een zwarte streep de ogen.
De keuze voor anonimiteit vertaalt zich eveneens in het kledinglabel: een blanco katoenen rechthoek die met de hand wordt ingenaaid. De vier witte stiksels aan de buitenkant van het kledingstuk groeien uit tot een herkenbare signatuur.
Author: Romy Cockx
Photo above: Ronald Stoops