Cursusmateriaal snit en naad
Het handwerk dat in onderwijs aan meisjes een belangrijke rol speelde, werd niet alleen op merklappen uitgevoerd of tot pronklappen samengesteld. Noch bestond een opleiding snit en naad enkel uit naaioefeningen. Studenten leerden ook modieuze kledingstukken analyseren en er een patroon voor opstellen, ze leerden mode-illustraties vervaardigen, en ze bestudeerden historische klederdracht. Dit alles vinden we terug in het cursusmateriaal van zulke opleidingen.
ALBUMS D’OUVRAGE
In sommige opleidingen verzamelden leerlingen hun handwerkoefeningen in een album, een zogenaamd album d’ouvrage of handwerkalbum. In 1865, bijvoorbeeld, stelde Mlle Tessaro, leerling van het Pensionnat des Dames de l’Union du Sacré Cœur van Hoegaarden, een album samen uit diverse naai-, brei-, haak-, borduur- en stopoefeningen, die ze op blauw papier vasthechtte. In haar album zien we ook diverse miniatuurkledingstukken, die toelieten om technieken voor het vervaardigen van kleding te oefenen op schaal: het inzetten van een mouw, de afwerking van een kraag, het creëren van volume door plooien en coupenaden.
Een ander mooi voorbeeld is het vroeg 20ste-eeuwse album van Maria Bellens-Verreydt, vol naai- en borduuroefeningen voor het maken van lingerie. In deze oefeningen is een evolutie op te merken van basisvaardigheden tot complexere technieken: van eenvoudige feston- en kettingsteken tot fijn geborduurde initialen en motieven, van het maken van knoopsgaten tot het inzetten van kant, van het borduren op katoen tot het borduren op zijde. Interessant is ook dat sommige oefeningen verschillende stadia van compleetheid tonen en ons op deze manier iets bijleren over de gebruikte technieken.
Rond het midden van de twintigste eeuw waren handwerkalbums nog steeds gangbaar in het naaionderwijs. Zo vulden Andrea De Block en Emmy Van Aken hun respectievelijke albums met oefeningen voor smockwerk, knoopsgaten, lovertjesborduurwerk, manchetten, diverse zakken, incrustaties, en decoratieve stiksels. Bovendien voegde Emmy Van Aken bij enkele oefeningen een tekening toe die de concrete toepassing van de techniek illustreert.
CAHIERS DE COUPE
Patroontekenen en -snijden was een ander essentieel onderdeel van naaiopleidingen. In een cahier of album de coupe hielden studenten notities bij over het opstellen en aanpassen van patronen voor modieuze kledingstukken. Enkele voorbeelden in de MoMu-collectie werden rond 1900 gemaakt door Maria Jacobs, Rachel Keulenaer en Louise Legrand. Deze schriften zijn niet enkel een fascinerende bron over het naaionderwijs, maar ook over de mode van deze periode.
patroonstudie voor corsage met hoge kraag
patroonstudie voor klokrok of jupe cloche
patroonstudie voor klokrok of jupe cloche
patroonstudie voor lamsboutmouw of manche gigot
patroonstudie voor lamsboutmouw of manche gigot
patroonstudie voor onderrok met volants
HET ZEEMANSPAKJE
Het zeemanspakje voor jonge kinderen was een modetrend die zijn oorsprong vond in het midden van de 19de eeuw, toen de vierjarige zoon van Koningin Victoria, Prins Albert Edward, een dergelijke outfit droeg tijdens een bezoek aan Ierland. Het hemdje met vierkante kraag werd een geliefd deel van de kindergarderobe tot in de vroege twintigste eeuw.
KAMERJAS MET WATTEAU-PLOOI
Gedurende de laatste decennia van de negentiende eeuw waren luxueuze theejaponnen en kamerjassen erg populair. Vaak bevatten ze historiserende elementen zoals de pli Watteau, geïnspireerd op de 18de-eeuwse robe à la française. Welgestelde dames droegen dit soort kledingstukken om in de namiddag bezoekers te ontvangen in hun huis, bijvoorbeeld voor een afternoon tea.
Wat het midden van de twintigste eeuw betreft, zijn de schriften van Andrea De Block en Emmy Van Aken opnieuw een interessante bron. In hun notities en tekeningen herkennen we enkele typische elementen van de mode uit deze periode: afgeronde schouders, een ingesnoerde taille en een volumineuze rok – het silhouet dat gepopulariseerd werd door de new look van Christian Dior – maar ook getailleerde mantelpakjes en nauw aansluitende kokerrokken. Mantels en jassen hadden grote kragen en revers en vielen ofwel los vanaf de schouders, ofwel sloten ze nauw aan rond de taille en vielen ze wijd rond de rok.
HERENKLEERMAKERIJ
Op vlak van patroontekenen en -snijden is in de MoMu-collectie niet alleen bronnenmateriaal voorhanden omtrent het naaionderwijs voor meisjes, maar ook opleidingen tot herenkleermaker komen aan bod. In tegenstelling tot het meisjesonderwijs zien we in deze opleidingen geen netjes afgewerkte merklappen of albums d’ouvrage. Toch vormde het aanleren van diverse naaitechnieken een belangrijk onderdeel van het lessenpakket. Leerlingen namen nota van naaisteken zoals de merk-, pikeer-, kruis-, ketting-, en knoopsgatsteek, en oefenden deze ongetwijfeld op proeflapjes, zonder deze echter toe te voegen aan hun notities. De patroonopstellingen in hun schriften tonen ons de verscheidenheid aan kledingstukken die ze leerden vervaardigen: van de klassieke broek tot variaties zoals de golfbroek of de rijbroek, van de klassieke kostuumjas met één of twee rijen knopen tot het gilet, het hemd, de smokingjas, het rokkostuum.
In de notities van René Sips, leerling aan de Vakschool Frédéric Ozanam in de Kammenstraat te Antwerpen, lezen we onder meer een definitie van het kleermakersberoep en beschrijvingen van het atelier, de benodigdheden, en correcte lichaamshoudingen zoals kleermakerszit, waarbij men met gekruiste benen op tafel zit met het kledingstuk op de knieën.
MODE-ILLUSTRATIES
Niet alleen fijn handwerken en vakkundig patroontekenen en -snijden, maar ook de representatie van modieuze silhouetten werd in het naaionderwijs aanzien als een belangrijke vaardigheid. In het meisjesonderwijs zien we dan ook dat er, in tegenstelling tot het jongensonderwijs, gaandeweg een grotere nadruk kwam te liggen op mode-illustratie. Een anonieme lesmap uit de jaren 1920, bijvoorbeeld, bevat illustraties van de mode uit deze periode, gekenmerkt door rechte lijnen en losse, tuniek-achtige jurken. Diverse tekeningen van doorheen de 20ste eeuw tonen ons oefeningen in het kopiëren van modeprenten, studies van het menselijke lichaam en van materialen, maar ook ontwerpen voor kleding en verfraaiing.
Auteur: Dries Debackere
Foto bovenaan: FelixArchief/Stadsarchief Antwerpen, 686#45